Wanneer de Chileense schrijver Alexandro Jodorowsky een jointje opsteekt, betreedt hij een spiritueel universum dat hem de inspiratie biedt voor sf-avonturen. In Frankrijk verwierf hij een godstatus met zijn zweverige scenario's voor de reeks John Difool van Moebius. Kenmerkend voor Jodorowsky's verhalen is de invloed van new age, geestverruimende middelen en het hippiedom. Bovendien heeft zijn werk altijd een mythologische basis, met tal van queestes en familiegeschiedenissen. Behalve bij John Difool herkennen we deze eigenschappen ook goed bij De metabaronnen, een reeks die Jodorowsky maakt met de Spaanse tekenaar Juan Gim?nez. Met zijn overdadige schilderstijl weet Gim?nez de chaotische scenario's toepasselijk te illustreren: volgestopte plaatjes vol oogverblindend licht en spetterende actie. Heel mooi, maar zonder veel betekenis. Zo ook het scenario. Dit vierde deel vertelt over de oorsprong van de metabaronnen. De charmante krachtpatser Aghnar verliest zijn vriendin Oda en bezwangert zijn eigen moeder, de heks Honorata, die zich uitgeeft voor een re?ncarnatie van Oda. Uit wroeging wordt Aghnar een gewetensloze huurling, die uiteindelijk de confrontatie aan moet gaan met zijn eigen zoon. Dit alles is verpakt in een raamvertelling, waarbij twee domme robots op pseudo-leuke wijze met elkaar converseren.
Ook De technovaders is gegoten in een raamvertelling. Deze nieuwe reeks van Jodorowsky lijkt verwant aan het universum uit De metabaronnen. Ook hier een mythisch verhaal: het maagdelijke orakel Panepha wordt verkracht door de ruimtepiraat Oulrij de Rode en baart een drieling, waaronder twee mutanten. Ze zweert wraak en werkt de rest van haar leven om een leger huurlingen op de been te kunnen brengen. Zoon Albino ontrukt zich aan het autoritaire gezag van zijn moeder en gaat naar een speciale school waar hij zich bekwaamt in de pan-technologie. Het resultaat is dat Albino een technovader wordt. Dat is eigenlijk een soort metabaron, maar dan met spirituele macht in plaats van vernielingsdrang. Hoewel deze samenvatting wellicht anders doet vermoeden, is De technovaders geen obligate kloon geworden van De metabaronnen. Mede dankzij het gelikte tekenwerk van Zoran Janjetov en Fred Beltran (die de airbrush-inkleuring verzorgde) is dit eerste deel verfrissend en spannend. Het vierde Metabaronnen-album daarentegen verzandt in rommelige actiesc?nes en eindeloze dialogen tussen de twee robots. Laten we hopen dat de technovaders in de komende albums geen last krijgen van dezelfde metaalmoeheid die de metabaronnen parten speelt.