Dit avontuur van speurder Harry Dickson vangt aan op Cuba in de jaren 1930. De rode kamer, een onopvallend bijgebouw van de nachtclub Tropicana, is afgehuurd door een hooggeplaatst persoon die eens lekker, maar vooral anoniem verwend wil worden. Dat lukt niet helemaal, want zowel een fotografenduo als een huurmoordenaar hebben hem in de smiezen. De scherpschutter mist hem op een haar na, maar dat geldt niet voor de overige aanwezigen. Slechts ??n van de meisjes die de anonymus aan het entertainen waren kan aan de kogelregen ontkomen. Deze jonge Cubaanse probeert het vege lijf te redden door in zee te springen en naar een jacht te zwemmen. Als de Engelse schipper haar uit het water hijst wordt hij doodgeschoten. En zo komt Dickson in beeld. De rode kamer is een stijlvol getekend avontuur waarin scenarist Christian Vanderhaeghe veel laat gebeuren, van gevechten met krokodillen tot een aanslag op president Roosevelt toe. Uit alles blijkt dat tekenaar Renaud zich goed heeft gedocumenteerd, met name het autopark en de gebouwen zijn mooi in beeld gebracht, evenals J. Edgar Hoover. En de inkleuring van Studio Leonardo mag er ook wezen.