'Onheilspellend', dat is de eerste gedachte die de lezer bekruipt bij het openslaan van dit album. De sfeer die de tekeningen van Manu Larcenet onmiddellijk oproept, ademt de geur van een naderend onheil. Dat het ongeluk onafwendbaar en onverbiddelijk is, is voor de lezer geen geheim. Het verslag van Brodeck is immers een bewerking van de gelijknamige roman van Phillipe Claudel uit 2007 (in 2008 in vertaling verschenen bij De Bezige Bij. De strip stond in 2016 ook aangekondigd als een geplande uitgave van Oog & Blik/Bezige Bij.). Het verslag van Brodeck is een parabel op de Holocaust, al wordt de Shoah nergens bij naam genoemd. Centrale thema in de roman van Claudel is de schets van de gruwelijkheden waartoe mensen in staat zijn, uit angst of om zichzelf te redden. Naast de gruwelen van de deportaties en de kampen, het wantrouwen en het verraad, schetst Claudel ook de kracht van de liefde en mededogen.
Brodeck is een overlevende van de kampen, van de oorlog. Als enige geletterde wordt hij door zijn dorpsgenoten gevraagd om een verslag te schrijven over de dood van de anderer, een vreemdeling die enkele maanden eerder in het dorp is komen wonen. De feiten zijn genoeg. 'Degene die het leest moet ons kunnen begrijpen en vergeven'. Al schrijvend voert Brodeck de lezer terug langs zijn eigen verleden, zijn ervaringen, de gruwelen die hem en zijn naasten zijn aangedaan. En passant werpt hij ook een nieuw licht ? of liever duisternis ? op het handelen van zijn dorpsgenoten.
Bij de verbeelding van een roman kan men er voor kiezen de oorspronkelijke tekst integraal intact te laten. Larcenet kiest een andere insteek. Woorden hebben in zijn versie zoveel mogelijk plaats gemaakt voor beelden. Tekst komt nauwelijks voor. Larcenet neemt alle tijd en ruimte om in zijn minutieuze tekeningen een inktzwarte, grimmige, duistere, sinistere sfeer te cre?ren. Zo krachtig en intens dat de woorden van Claudel overbodig zijn geworden. Het moet vast een monnikenwerk voor Larcenet zijn geweest. Maar het resultaat is een meesterwerk.
In het tweede deel van dit magistrale tweeluik van Larcenet staat de anderer centraal. De anderer is een vreemdeling die is aankomen waaien in een gesloten samenleving die zich poogt te herstellen van de bezetting tijdens de oorlog. Waar de samenleving de collaboratie, het verraad, de schande probeert te vergeten, staat de anderer voor het geweten. De anderer herinnert de dorpsbewoners aan hun laffe wandaden. Dat het slecht met hem afloopt, weten we al sinds deel 1. Het is geen prettig beeld dat Claudel en Larcenet schetsen van de mens en de maatschappij. Meutes zijn tot ongekende wreedheden in staat, ook als het geweten gaat opspelen, zo is de boodschap. Maar in dit galzwarte wereldbeeld is ook plek voor een sprankje hoop. Liefde, mededogen kunnen tegen de verdrukking in bestaan.