In een van de realiteit afgesneden puber gaan de gedachten op de loop. Hij wordt heen en weer geslingerd tussen waan en werkelijkheid. Daartoe op de huid gezeten door zijn megalomane ouders, die in hem een toekomstig leider zien. Het zwaarmoedige verhaal concentreert zich rond Theodore Bob Prinsel de eerste. En niemand anders.
Om hem voor te bereiden op zijn droeve tocht moet hij onder meer leren dansen, judo?n, rekenen, voetballen en zingen. Bovendien weet hij het een en ander over mammoetdrollen. Deze nutteloze kennis buit hij uit in zijn vriendschappen en magisch-realistische fantasie?n.
De illustrator Melvin werkt in een karikaturale stijl; het scenario is van Stefan Boonen. Het jeugdboek heeft de vorm van een grafische roman.