Bloed, zweet en tranen is ??n van de grote hits van volkszanger Andr? Hazes. Afgelopen kerst was onder deze titel nog een speelfilm te zien op tv, nadat eerder al circa 700.000 mensen in twee?nhalf jaar tijd de musical Hij gelooft in mij hadden bijgewoond. En in november 2016 is Hazes ? De stripbiogra?e 1: Bloed ? 1951-1976, het eerste deel van de striptrilogie verschenen. Achterin Bloed verontschuldigen de makers zich bijna dat ze aan al hetgeen over Hazes is uitgebracht ook nog een stripboek hebben toegevoegd.
Bloed schetst de eerste 25 jaar van het leven van Hazes. We zien hem opgroeien als jongetje van een jaar of zes in de Pijp in Amsterdam. Met onder meer een vader die glazenwasser is en van bier en fado houdt. Als kleine Andr? de Portugese levensliederen hoort, raakt hij ontroerd. Op de Albert Cuyp-markt gaat hij als klein jochie zelf zingen. Hij blijkt een talent; de centen die hij met zingen verdient moet hij inleveren bij zijn vader, die zelden tevreden is over zijn zoon en als beloning af en toe wat slaag achter de hand heeft.
Acht jaar oud geworden zingt Andr? Droomschip samen met Johnny Kraaykamp in een tv-uitzending, maar hij breekt dan niet door. Na de lagere school gaat hij naar de ambachtsschool, begeeft zich in allerlei baantjes en wordt uiteindelijk barkeeper in caf? De Jachthut en in De Krommerdt. Zingen doet hij voornamelijk bij wijze van hobby in de kroeg, tot hij met Eenzame Kerst doorbreekt, mede dankzij aanmoedigingen van Willy Alberti.
We zien en lezen dit alles in sfeervolle bruingetinte tekeningen, die ons geregeld meenemen naar bekende plekken in Amsterdam. Deze tekeningen van Ben Westervoorde krijgen goed de ruimte omdat Jan Willem de Vries zijn teksten bondig heeft weten te houden.
In een verantwoording aan het eind van het boek vertellen de auteurs hoe ze te werk zijn gegaan om dit stripboek, dat bedoeld is voor jong en oud, te realiseren. Zoals het maken van een selectie uit de vele feiten die over het leven van de volkszanger bekend zijn. En het wel of niet gebruiken van fictie. Het is zeker een interessante toevoeging aan dit geslaagde boek waarvan ook een versie is verschenen in het plat Amsterdams. Nu wachten op Zweet en Tranen.