E?n van de beste nieuwe aanwinsten in het fonds van uitgeverij Dupuis is Billy the cat. St?phane Colman heeft er lang over gedaan om tot een eerste album te komen (Billy verscheen voor het eerst in een kort verhaal in 1981 en het eerste album pas in 1990) maar sindsdien mag zijn serie die inmiddels uit vijf delen bestaat zich in een grote populariteit verheugen. Het jongetje dat in een kat is veranderd werd in korte tijd zelfs z? populair dat Dupuis besloot om een serie tekenfilms te gaan produceren met Billy in de hoofdrol.
Die tekenfilms zijn nu ook op de Nederlandse televisie te zien bij de Tros en sinds kort ligt er een koopvideo in de winkel met de wat misleidende titel Billy the cat: The movie. Misleidend want de band heeft geen speelfilmlengte en bestaat uit twee aan elkaar geplakte afleveringen van de serie (de eerste twee?) waarin Billy's geheim wordt verteld.
Billy was een jongetje, een nogal naar jongetje dat er bij voorbeeld van hield om katten te pesten. In het eerste album - In de huid van een kat -wordt Billy aangereden door een auto, hij sterft en keert terug op aarde als kat. In zijn nieuwe leven als kat maakt Billy zowel vrienden (meneer Hubert) als vijanden (Valsifer). In latere delen wordt de cast uitgebreid met onder meer de hond Saucijs, de duif meneer Jumbo en Billy's voormalige gezinsleden: zijn vader, moeder en zusje. Vanaf het vierde album woont Billy weer bij dit gezin en is Saucijs zijn voornaamste tegenstander. Op de rivaliteit tussen Billy en Saucijs speelt de tekenfilmserie voornamelijk in.
Ik ben vanaf het eerste album een liefhebber van Billy the cat geweest, vanwege de goede scenario's van de veelzijdige Stephen Desberg, maar vooral ook vanwege Colmans prachtige tekeningen. Zijn platen hebben een sfeer die je nog zelden in stripverhalen aantreft en die meermalen refereren aan Colmans grote voorbeeld Andr? Franquin.
Dat veel van de schoonheid van de tekeningen verloren gaat in een tekenfilmversie van Billy the cat is onvermijdelijk. Sommige personages komen goed over, anderen stellen teleur zoals Valsifer, die in de tekenfilm Lucifer heet en veel minder eng is dan in de strip. Ongetwijfeld is dit bewust gedaan om de tekenfilmserie aanvaardbaar te maken voor (de ouders van) jonge kijkers. Meer moeite heb ik met een ingreep in het verhaal die ongetwijfeld om de zelfde reden heeft plaatsgevonden. Billy is namelijk wel een jongetje geweest, zoals we aan het begin van de film zien, maar hij gaat niet dood. In plaats hiervan wordt hij betoverd door de tovenaar Ali Kazam, van wie hij de kat pest, en verandert in een kat.
Billy the cat: The movie is een heel aanvaardbaar product, de animatie is goed, er zit vaart en humor in, maar wat ontbreekt is het gevoel, het sentiment dat voor mij de serie Billy the cat als strip zo aantrekkelijk maakt. Ongetwijfeld zal de eigenlijke doelgroep van deze tekenfilm daar minder moeite mee hebben.