Ren? Hausman houdt van sprookjes en de illustrator tekent of liever schildert graag dieren. Samen met scenarist Yann maakt hij in 1993 Drie grijze haren. In dat literaire sprookje voor volwassenen, min of meer gebaseerd op een Fins epos, speelde een rood vosje een belangrijke bijrol. La?yna, de heldin in de verhalen die Hausman samen met Pierre Dubois maakte had een rood eekhoorntje. Yann, die zelf als kind een tamme eekhoorn had, las de La?yna-albums en besloot dat hij samen met Hausman een verhaal over een eekhoorn wilde maken. Bij het ontwikkelen van De eekhoornprins kreeg Hausman meer vrijheid dan bij de productie van Drie grijze haren. Voor dat verhaal leverde Yann zowel het scenario als schetsen, die Hausman al in een bepaalde richting duwden. Bij De eekhoornprins volstond Yann met het geven van een tekst, die hij bovendien in brokken aanleverde. Hausman illustreerde een tekstbrok en gaf daarmee een eigen interpretatie aan de teksten van Yann. De scenarioschrijver liet zich daardoor inspireren voor een volgende episode in het avontuur. Ook het einde van het verhaal was onderhandelbaar, uiteindelijk werd gekozen voor het dramatische slot van Hausman. De eekhoornprins is een sprookje dat speelt in de tijd van de landsknechten, het voetvolk dat als soldaat in de vijftiende eeuw Europa onveilig maakte. Hausman maakte schitterende semi-realistische aquarellen. Hij leeft zich uit in gruwelijke details: ogen stuiteren over de grond en ontzielde soldatenlichamen lijken zo realistisch dat de stank bijna van de pagina's omhoog kringelt. In zo'n wereld passen geen donzige konijntjes of pluimstaartjes die erom vragen geknuffeld te worden. Dwaallicht, de eekhoorn waar het sprookje om draait, is een beetje rafelig schepsel, dat aanvankelijk nog wat sympathie oproept maar zich al snel ontpopt tot een gewetenloos ettertje. Op zoek naar eten en een vrouwtje heeft Dwaallicht het zwaar. Hij maakt kennis met het dwergvrouwtje Herminia. Aan het idyllische geluk komt een einde als zij in handen valt van een mensenetende reus. Met magie, Herminia's vader is een tovenaar, redt Dwaallicht haar uit de klauwen van de kannibaal. Ondank is wereldsloon en Herminia gaat er vandoor met Dwaallichts rivaal. De eekhoorn is ziedend en zint op wraak. Na een gedaanteverwisseling zet hij het schrikbewind van de reus voort. Al jaagt hij op eekhoorns in plaats van mensen. Onvermijdelijk volgt een nieuwe ontmoeting met zijn oude liefde. Dwaallicht heeft berouw, komt tot inkeer en laat de honderden door hem in de burcht opgesloten eekhoorns vrij. Met zijn Herminia beleeft hij een paar mooie uurtjes, maar een happy end heeft het sprookje niet. Yann verhaalt op een afstandelijke manier over de lotgevallen van Dwaallicht, dialogen zijn schaars. Het taalgebruik is mooi, maar soms wat gezocht: '...in die opake ?poque werd de individualistisch gemeenschap van de woudknaagdieren...' De eekhoornprins boeit desondanks als een tijdloos sprookje over een onmogelijke liefde tussen twee verschoppelingen en geboren verliezers.